THEORIE ACHTER HET SPEL


Theorie achter het spel

Met PAKVASt wordt aan de hand van verschillende casuïstiek passend binnen vijf thema’s, geoefend in het voeren van gesprekken. De spelers nemen om beurten de rol in van zichzelf, te weten de professionele PM, en de rol van de ouder(s)/verzorger(s) of kind. Daarmee leren de PM hun professionele houding te bepalen, vermoedens rondom KM onder woorden te brengen, gesprekken voor te bereiden, te voeren en na te bespreken. De PM leert zich zo tevens te verplaatsen in een ander. Ook het kennisaspect (wat is KM precies, hoe signaleer ik het, hoe zet ik de Meldcode in, etc) komt in de tool aan bod.  Daarnaast nemen de PM om beurt de rol van onafhankelijke observator c.q. spelleider in, die bepaalt (aan de hand van een antwoordenboek) of antwoorden en uitkomsten van gespreksoefeningen ‘kloppen’. Het is echter van groot belang dat in deze tool geen ‘foute’ antwoorden bestaan. Het aparte, bij de tool behorende antwoordenboek bevat dan ook nauwelijks ‘absolute’ antwoorden (behalve bij het onderdeel ‘kennis’) maar geeft richting aan het spel door voorbeelden van goede antwoorden en daarbij ook achtergronden in de vorm van literatuurverwijzingen te geven. Hiermee is het spel geborgd in literatuur, die voornamelijk komt vanuit het Nederlands Jeugdinstituut (NJi). Achterin het antwoordenboek zijn enkele, algemene literatuurverwijzingen opgenomen.

Er zijn twee dobbelstenen in het spel, deze moeten beide gegooid worden. De eerste dobbelsteen bevat de thema’s van de casuïstiek (waarbij elk thema zijn eigen kleur op de dobbelsteen heeft, die terugkomt in de bijbehorende casuïstiek kaartjes). Hierbij is gekozen voor vier thema’s die het NJi als hoofdcategorieën binnen KM duidt:

• Verwaarlozing (fysiek en psychisch)

• Mishandeling (fysiek en psychisch)

• Seksueel misbruik

• Getuige van huiselijk geweld.

Het vijfde thema is vechtscheiding. Hier is voor gekozen aangezien de kinderombudsman op 31 maart 2014 een rapport heeft gepubliceerd waarin naar aanleiding van gesprekken met kinderen en ouders de parallel wordt getrokken tussen vechtscheiding en kindermishandeling. De kinderombudsman ziet het klem zetten van kinderen als “geestelijke geweld en emotionele verwaarlozing” door het inzetten van kinderen als machtsmiddel. Het NJi noemt dit thema niet als vorm van kindermishandeling, maar op basis van voorgaande acht de projectgroep het een belangrijk thema.

Het zesde vlak van de dobbelsteen draagt een vraagteken (?). Als dit vlak gegooid wordt mag de PM zelf kiezen welke van de vijf thema’s gekozen wordt. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de behoefte aan autonomie .

De tweede dobbelsteen bevat 6 onderwerpen (allen zwart aangegeven op de dobbelsteen, genummerd van 1 t/m 6, net als op de casuïstiek kaartjes) waarmee de PM rondom KM te maken heeft, te weten:

1. Kennis

2. Professionele houding

3. Vermoedens (bespreken)

4. Voorbereiding gesprek

5. Gesprek

6. Nabespreken gesprek

Deze onderwerpen zijn volgens het NJi belangrijke onderwerpen in gesprekken met kind en ouders.

De dobbelsteen met de thema’s correspondeert (in thema en kleur) met de kaartjes. Op de kaartjes staat een casus betreffende KM uitgeschreven met daaronder de zes onderwerpen in de vorm van vragen/ opdrachten. De worp met de thema dobbelsteen bepaalt welk thema gekozen dient te worden. De worp met de tweede dobbelstenen (met de zes onderwerpen erop)  bepaalt welke van de zes onderwerpen gespeeld/beantwoord dient te worden. Op elke kaart staat dus een korte casus (in een bepaald thema) met daaronder zes vragen/opdrachten passend bij de zes onderwerpen.

Er zijn per thema zoals gezegd vijf verschillende casuïstiek, waarbij per casuïstiek een variant met wat makkelijkere vragen (*) gekozen kan worden en een variant met wat moeilijkere vragen (**). De speler kiest zelf voor * of **. De deelnemer van het spel krijgt hiermee zelf de gelegenheid welk niveau hij in wil stappen/wil spelen. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan het belang van differentiatie en autonomie en wordt het spel veelzijdiger.

De speler/uitvoerder werpt de dobbelstenen, trekt de bijbehorende thema kaart en beantwoordt de bijbehorende opdracht. Een vraag niet geheel ‘juist’ of niet volledig beantwoorden is in dit spel geen ‘fout’. ‘Fouten’ maken is hier juist een motivatie om door te gaan. Je kan net zolang doorgaan totdat je de vaardigheid onder de knie hebt. In een antwoordenboek kan de observator het antwoord vinden, met daarbij (meestal) ook verwijzingen naar documenten (vnl. van het Nederlands Jeugdinstituut). De PM hebben hiermee de mogelijkheid te checken of hun antwoorden juist of in de goede richting zijn en krijgen zicht op suggesties en hebben de mogelijkheid hun kennis en inzichten te vergroten en samen (ter plekke of later) door te spreken.

De observator/spelleider geeft nadat het antwoord gegeven is c.q. het rollenspel uitgespeeld is een onderbouwde feedback waarna de deelnemers samen na kunnen denken over de situatie; de feedback werkt stimulerend om het gesprek aan te gaan met elkaar over een bepaalde situatie. Hierbij wordt in het spel (spelregels) geadviseerd de feedbackregels in acht te nemen:

1. Beschrijf veranderbaar gedrag,

2. Beschrijf concreet en specifiek gedrag dat je zelf hebt gezien of gehoord

3. Gebruik een ik-boodschap

4. Geef aan welk effect dat gedrag op je heeft

5. Laat je gesprekspartner reageren

6. Vraag om het gewenste gedrag

7. Verken samen oplossingen of achtergronden.

Een ‘top’ (wat gaat goed) of ‘tip’ (wat kan nog beter) geven behoort ook tot de feedback mogelijkheden.

Het spel eindigt na een bepaald aantal (tevoren vastgestelde) rondes, of na een bepaalde (tevoren vastgestelde) tijd. Raadzaam is dat alle spelers tijdens het spelen van PAKVASt minstens één keer de rol van observant/spelleider hebben ingenomen, zoals eerder gezegd.

De tool bevat zoals gezegd vijf thema’s met ieder vijf verschillende casuïstiek (elk in de variant * met vragen op het gebied van bovenstaande zes onderwerpen en elk in de variant ** met vragen op het gebied van bovenstaande zes onderwerpen), waardoor er in totaal 50 kaartjes met in totaal 300 vragen zijn. Door twee dobbelstenen te gebruiken kent het spel veel variaties en mogelijkheden.

Bij de tool behoort ook een spelregelboekje, waarin de achtergrond, het doel en de werkwijze van PAKVASt kort uiteen wordt gezet. Er wordt hierin tevens aandacht besteed aan hoe feedback gegeven kan worden en wat (neven)effecten van het spelen van het spel beogen te zijn en kunnen zijn.

Wil je meer weten?

Heb je ondersteuning nodig, waarmee we je kunnen helpen?